Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zijn wortelen worden bij de [28]springader ingevlochten; [29]hij ziet [30]een stenige plaats. 28. Te weten, waar de wateren hun oorsprong nemen, hobbelen, wellen en zich omwentelen, en vervolgens daar geen vochtigheid ontbreekt. Het Hebreeuwse woord is voor een springader genomen, Hoogl.4:12, gelijk ook het woord gullat, dat van denzelfden oorsprong is; Joz.15:19. Anderen zetten het Hebreeuwse woord hier over een hoop; te weten van stenen, gelijk het ook genomen wordt Gen.31:46, en de zin is dan hier enerlei met den zin der volgende woorden van vs.17. 29. Dat is, hij breidt zijn wortelen zo ver en krachtig uit, dat hij ook aan den steenachtigen grond gerakende, evenwel zijn kracht behoudt. Hij wil zeggen dat de huichelaar voor een tijd alle beletselen en tegenstoot overkomt, die zijn tijdelijken welstand schenen te zullen verhinderen. 30. Hebreeuws, het huis der stenen. Alzo is het woord huis bij de Hebreen voor een plaats, oord, ruimte of wijdte genomen, 2 Sam.15:17. Anders, hij ziet uit naar een steenachtige plaats; te weten, om een vaste woning aldaar te zetten.